Op de expositie ‘Catwalk’ toont het Rijksmuseum Amsterdam nu een keuze uit zijn modecollectie. Een van de meest intrigerende kledingstukken: de huisjas voor mannen. Wetenschappelijk medewerker Birthe Weijkamp licht een tipje van de sluier.
Hugh Hefner, oprichter en uitgever van Playboy, heeft zich ooit laten portretteren in een korte, rode ochtendjas, beter gezegd een smoking jacket. Het is kennelijk zijn look, want in het Wassenbeeldenmuseum in Hollywood heeft hij ook al zo’n jasje aan. Het geeft hem iets plebejisch, terwijl het jasje nog altijd in de garderobe van een gentleman thuishoort. Sterker nog, de oorsprong van dit jasje gaat terug tot de 17e eeuw, toen welvarende kooplieden en later ook geleerden, schrijvers en schilders een zogeheten huisjas droegen. De huisjas was zelfs een statussymbool. Op de expositie Catwalk in het Rijksmuseum Amsterdam zijn vier van deze jassen te bewonderen.
De huisjas is ooit Nederland binnenkomen dankzij de handel met Japan, vertelt Birthe Weijkamp, wetenschappelijk medewerker bij het Rijksmuseum Amsterdam. ‘Het betrof kimono’s die met mondjesmaat ons land binnenkwamen. Uit vrachtlijsten van schepen uit de 17e eeuw valt op te maken dat er jaarlijks maar een beperkt aantal werd aangevoerd. Niet verwonderlijk, want het was een ongekende luxe.’
‘Vervolgens werden in Nederland, maar ook in bijvoorbeeld Frankrijk en Groot-Brittannië de huisjassen nagemaakt. We noemen dit een japonsche rok. Het ontwerp was afgekeken van de traditionele Japanse kimono. Mannen droegen er een kniebroek met kousen en schoenen bij, plus een hemd en een vest. Het vest was weer afgestemd op de japonsche rok. Doordat de jas gewatteerd was, bood-ie veel warmte. En dat was welkom want de huizen waren in die tijd niet goed warm te stoken.’
‘Het woord “japon” zoals we dat nu gebruiken is afgeleid van “japonsche rok”,’ aldus Weijkamp. ‘Dit kledingstuk voor vrouwen, gemaakt uit één stuk, vindt haar oorsprong in diezelfde huisjas. Later is de japon getransformeerd tot jurk.’
Terug naar de mannenhuisjas. Het kledingstuk maakte een ontwikkeling door, aldus Weijkamp: ‘Had de jas eerst veel weg van een kimono, later kreeg zij steeds meer het uiterlijk van een mannenjas met ingezette mouwen. Het model sloot wat strakker om het lichaam, waardoor het meer op de jas lijkt zoals we die nu kennen.’
Het was een mode-item vanaf half 17e eeuw tot half 18e eeuw. ‘Mannen konden in zo’n jas, gemaakt van een luxe stof, gerust gasten ontvangen. Ook lieten ze zich erin portretteren. Alleen, maar ook samen met hun echtgenote, die ook in een of ander huisgewaad gekleed ging. Je kunt duidelijk zien dat dit geen uitdossing was voor een officiële gelegenheid, maar het feit dat ze zich in deze kleding af lieten beelden geeft aan dat je ermee gezien kon (en wilde) worden.’
‘Er zijn bronnen die doen vermoeden dat mannen de huisjas ook buitenhuis gingen dragen. Er werd schande van gesproken omdat het als “ongekleed” gold.’
Is daarmee de geschiedenis van de huisjas ten einde gekomen? Nee, huisjassen, ochtendjassen or give it a name worden tot op de dag van vandaag worden gedragen. En ze keren van tijd tot tijd terug in de collecties van modeontwerpers.
‘Catwalk’, t/m 16 mei 2016, Rijksmuseum Amsterdam
Tekst: © Monsieur Plusfours 2016
Erg leuk artikel, op schilderijen kom je deze kleding vaak tegen maar ik wist niet dat er nog zoveel bewaard zijn, en zo mooi!
Dank, Kees!