Op zondag een ‘dagje Parijs’ doen en rond het lunchtijd een hapje eten? Lastig, want vele (fijne) restaurants zijn dan gesloten. Gelukkig presenteren sommige die dag wel een buffet. Zoals Chez Casimir, het restaurant vlak bij Gard du Nord waar we al eerder over schreven.
Op zondag om iets voor 9 uur de Thalys in Rotterdam nemen en om half 12 aankomen op Gare du Nord. Het kan. Vervolgens meteen vanuit het station doorlopen naar het nabij gelegen Chez Casimir. We hadden hier al eerder doordeweeks rond lunchtijd gegeten, maar nooit op zondag. Volgeboekt, kregen we steevast te horen. Dus deze keer keurig van tevoren gereserveerd. En toen bleek het alsnog mis te zijn gegaan. Maar we kregen toch een tafeltje aangewezen.
Het werkt simpel. Het voorgerecht kun je zelf opscheppen. We hadden keuze uit linzensalade, plakken paté, aardappelsalde, oesters en andere lekkers fait maison. Vervolgens belandden een bordje met geroosterd brood met plakken gerookte zalm en een heel romig roerei op onze tafel. Dit ging vergezeld van een glaasje romige crème d’asperge.
Na dit tweede voorgerecht volgde het hoofdgerecht: in een cocotte lagen een paar glimmende, gebakken aardappels en twee kleine smakelijke confits de canard. Precies genoeg, want het tweede buffet met koekjes, cake en crêpes, waar we al die tijd op hadden uitgekeken, lonkte. Ook hier weer alles huisgemaakt. En zo lekker dat we ons voor een tweede keer (nog een koekje, nog een plakje cake, nog een crêpe met chocoladesaus) lieten verleiden.
Ondertussen genoten we van een goed glas rode wijn. We hadden zélf een fles kunnen halen uit de kleine ‘wijnkelder/kast’ (met bij elke wijn een vaak heel redelijk prijskaartje), maar gezien het drukke middagprogramma (een prachtige expositie van Dries van Noten!), wilden we het rustig houden. En kozen voor een fles eau pétillante.
Deze brunch/diner (28 euro pp) sloten we af met een café. Vrolijk geworden door het heerlijke eten en al die locals die hier ook zo zaten te genieten, vervolgden we onze weg naar Musée des Arts Décoratifs.
Tekst: © Monsieur Plusfours 2014